Botkanker

Naar aanleiding van een recent geval van botkanker bij een Ierse wolfshond in onze kliniek leek het mij een goed idee om andere liefhebbers van dit statige ras wat meer informatie te verstrekken over deze vaak ernstige en moeilijk te behandelen aandoening. Vooral gezien het voorkomen ervan in de populatie van Ieren hoop ik dat deze informatie u kan helpen bij het signaleren van problemen die bij deze ziekte optreden. Verder wil ik u graag op de hoogte stellen van de mogelijkheden na het stellen van de diagnose; hoe nu verder als een hond botkanker heeft.

De achtergrond:
Veruit de meest voorkomende bottumor is het osteosarcoom die daadwerkelijk uitgaat van botweefsel, verder zijn er kraakbeen tumoren, bloedvattumoren van de bloedvaten in het bot en tumoren van bindweefsel in en om het bot. In dit artikel richten we ons met name op de osteosarcomen. Deze tumoren komen veel vaker voor bij de reuzenrassen dan bij andere, kleinere, rashonden. De gemiddelde leeftijd waarop de ziekte zich openbaart ligt rond de 6-7 jaar. Dit type tumor heeft de neiging om uit te zaaien naar de longen.

Localisatie:
Verreweg het vaakst komen deze tumoren voor aan de ledematen, ongeveer 75%. De voorhand is twee keer zo vaak aangetast als de achterhand. De botten waar het meestal voorkomt zijn: spaakbeen, bovenbeen voor en de knie achter.

Klinische symptomen:
Bij tumoren aan de ledematen presenteren de honden zich meestal met kreupelheid, dit vaak in combinatie met zwelling van de plek waar de tumor zit. Heel vaak gaat er licht trauma aan de kreupelheid vooraf. Men kan zich voorstellen dat het stoten van de plek waar de tumor zit sneller tot heftige kreupelheid kan leiden. Dit komt met name omdat op zo’n plek sneller kleine breukjes ontstaan en de tumor veel gevoeliger is voor pijn dan het omringende gezonde weefsel. In het begin ziet men dan nog wel wat verbetering met rust en ontstekingsremmers, maar dit is tijdelijk.

De diagnose:
Röntgenonderzoek kan ons in de meeste gevallen overtuigend bewijs leveren dat we met een bottumor te maken hebben. Over het algemeen is het beeld heel typisch en niet te verwarren met andere aandoeningen aan botten. In het beginstadium is het niet altijd even duidelijk. Als een röntgenfoto niet voldoende is, kan een weefselbiopt de volgende stap zijn.

De therapie:

  • Een optie is om de pijn te onderdrukken met pijnstillers, en af te wachten hoe lang het nog `goed` gaat.
  • Amputeren van het aangetaste been. Zelfs grote hondenrassen kunnen goed functioneren na deze ingrijpende operatie al vergt het wel het een en ander van hond en baas.
  • Soms kan er worden gekozen voor ledemaat-sparende chirurgie. Hierbij wordt geprobeerd het betreffende ledemaat te behouden en de tumor locaal weg te halen. Het nadeel hiervan is dat in vergelijking met pootamputatie er veel meer risico`s zijn op complicaties na de operatie.
  • Vaak wordt chirurgie gevolgd door chemotherapie. Chemotherapeutica zijn een groep van geneesmiddelen die zijn werkzaamheid ontleent aan het onschadelijk/kapot maken van de tumorcellen. Het is de bedoeling dat hierdoor de eventueel aanwezige longuitzaaiingen van de bottumor in hun groei worden geremd. Deze therapie zorgt ervoor dat de kansen op overleven na de operatie verder kunnen stijgen. Het nadeel van chemotherapie is dat deze producten niet in aanraking mogen komen met mensen. Met name voor gezinnen met kleine kinderen is het niet aan te raden met deze middelen te gaan behandelen. Verder is het arbeidsintensief en kunnen de kosten behoorlijk oplopen. Het is dan ook heel belangrijk om alvorens aan deze therapie te beginnen een goede afweging te maken.
  • Verder zijn er enkele behandelingen in ontwikkeling. Eén van de studies wordt gedaan aan de Universiteit van Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde. Voor dit onderzoek komen sommige honden met osteosarcoom in aanmerking en wij houden u van de ontwikkelingen op de hoogte, mocht u daar interesse in hebben.

De weefselbioptie kan veelal zonder narcose en met een locale verdoving gedaan worden. Hierbij wordt een beetje weefsel verzameld en onder de microscoop bekeken. Dit onderzoek is met name van belang om vast te stellen of we te maken hebben met een tumor (of is het toch ontsteking of schimmel), en wat de aard is van die tumor (sommige tumoren zijn beter behandelbaar dan andere). Als we dan een diagnose hebben, en in overleg met de eigenaar wordt besloten om te gaan behandelen, is het natuurlijk zeer de moeite waard om erachter te komen of er verder geen uitzaaiingen in het lichaam aanwezig zijn. Een aantal van de honden met een osteosarcoom hebben ten tijde van de diagnose al longuitzaaiingen. Hiertoe wordt dan een röntgenfoto genomen van de borstkas om longuitzaaiingen vast te kunnen stellen.